Zelf verf maken — DIY by Anthony Megen & Maaike Veen
Heb jij altijd als eens zélf verf willen maken? Samen met mijn collega Maaike Veen — want die wilde het ook wel 'ns uitproberen — laat ik je hier zien hoe je dat doet met de A-pigmenten van GERSTAECKER — uitstekende pigmenten, die ook nog 'ns sympathiek geprijsd zijn.
Geen in depth uitleg over pigmenten, bindmiddelen of technieken, maar gewoon een eenvoudige DIY. Om je te laten zien hoe móói deze pigmenten zijn. En hoe eenvoudig het is om zélf je eigen verf te maken.
Maar waarom zou je eigenlijk je eigen verf willen maken? Nou kijk, je krijgt je verf nooit technisch zo perfect als kant-en-klare verf. Maar je hebt wel 100% controle over wat je wél — zo veel mogelijk pigment! — en wat je níet in je verf stopt. Je kunt kleuren maken die niemand anders heeft. Je begrijpt beter hoe verf werkt — en daardoor schilder je ook beter. Een beetje zoals je beter auto rijdt, als je enigzins begrijpt hoe een moter werkt. En de belangrijkste reden? Zélf je eigen verf maken is mediatief, heeft een hoog zen-gehalte en is gewoon lekker om te doen!
TIP! We gebruiken niet alleen lijnolie als bindmiddel, maar ook caseïne — één van de oudste bindmiddelen met een uniek karakter. En dat is meteen nóg een reden om zelf verf te maken: 100% caseïneverf is één van díe verfsoorten — en er zijn er meer — die je niet kant-en-klaar kunt kopen.
Dus wat let je ➽ probeer het zélf ook 'ns!
PIGMENTEN
We gebruiken hier deze drie kleuren, maar je kunt ook andere kleuren kiezen:
- SYNUS* Scarlet — samenstelling: PR 170 ○ PW 22 ○ PBr 24 ○ PR 101
- Disazo sun yellow — samenstelling: PY 17 ○ PY 83 ○ PW 22 ○ PW 18
- Berlin blue — samenstelling: PB 27 ○ PW 22
Wie is er bang voor rood, geel — en blauw...
Mijn collega Maaike koos deze kleuren. Het blauw — één van de mooiste, maar ook één van de moeilijkste blauwen — ken ik, maar met dit specifieke rood en geel heb ik nog nooit eerder gewerkt — ik ben benieuwd!
En de mengkleuren? Het plan is om in olieverf het blauw met het geel te mengen. En in caseïneverf het rood met het geel. We zullen zien!
Je kunt bijvoorbeeld ook kiezen voor de bijzondere metallic kleuren op basis van mica. Deze kleuren hebben fijnere nuances dan de gebruikelijke metallic kleuren. Je kunt ze mengen met alle andere pigmenten voor oneindig veel kleurnuances. Ze zijn vrij van schadelijke stoffen, lichtecht, weersbestendig en geschikt voor alle bindmiddelen.
BINDMIDDELEN & VERDUNNINGSMIDDELEN
OLIEVERF
We gebruiken 100% zuivere, ontslijmde lijnolie. Een dun laagje zal in zo'n 5 tot 8 dagen handdroog opdrogen — droog genoeg om een volgende laag op te zetten.
CASEÏNE
Deze kant-en-klare variant van Schmincke is al ontsloten met borax. Je verdunt het en wrijf er je pigmenten mee aan — that’s it!
Als verdunningmiddel gebruiken we water, zo uit de kraan. Wil je echt best-practise werken? Gebruik dan gedestilleerd water.
GEREEDSCHAP
AANWRIJVEN
Voor de olieverf wrijven we de pigmenten aan met een loper op een wrijfplaat:
TIP! Zowel de loper als de wrijfplaat ruwen we eerst op — greinen noem je dat — met carborundum (siliciumcarbide), liefst met korrel 180. Strikt noodzakelijk is dat niet, maar het aanwrijven van je pigmenten gaat dan wel stukken beter.
Voor de caseïneverf gebruiken we een vijzel & stamper:
TIP! Een vijzel & stamper kun je ook gebruiken voor het aanwrijven van olieverf. En een loper en een wrijfplaat kun je ook gebruiken voor caseïneverf.
Verder gebruiken we ook nog wat handige tools. Heb je deze nou niet liggen, dan kun je ook improviseren met wat je wél hebt liggen.
BEWAREN
Als je grotere hoeveelheden olieverf maakt, bewaar je die in een tube. Zolang er geen zuurstof bijkomt blijft olieverf zowat onbeperkt goed. Met borax ontsloten caseïneverf kun je kortere tijd — een paar dagen tot een weekje — bewaren in afgesloten potjes of in zo'n modulair schilderspalet. Je merkt het vanzelf als je verf niet meer goed is — dan gaat 'ie stinken!
DRAGER
OLIEVERF
Dit papier heeft een interne barrière die voorkomt dat je verf inschiet én tegelijkertijd zorgt voor een goede aanhechting van je verf. Het heeft een textuur die op linnen lijkt — toile de lin — en is lekker stevig: het kan wat hebben.
CASEÏNE
We werken dit keer op zuurvrij karton in een neutrale, rustige kleur, waarop de puddle-techniek die we gaan gebruiken goed uitkomt — met caseïne is zó veel mogelijk!
Wil je een andere suggestie? Deze arte povera paneeltjes zijn een geheimtip!
Verf — toch nog even een hele korte uitleg...
In z'n meest eenvoudige vorm bestaat verf uit kleur — meestal in de poedervorm van pigmenten — en een bindmiddel. Daar kunnen dan nog additieven aan toegevoegd zijn, om de verwerkingseigenschappen van de verf aan te passen. En vulmiddelen, om het volume van de verf te vergroten. Je verdunt verf met een geschikt verdunningsmiddel, dat bij het opdrogen verdampt.
Het bindmiddel dient als lijm, die de pigmentdeeltjes vastlijmt op de drager én beschermt. Daarom is het van belang dat het bindmiddel gelijkmatig verdeeld is en alle afzonderlijke pigmentdeeltjes helemaal omhult. Dit doe je door het pigment aan te wrijven met het bindmiddel.
Het bindmiddel maakt de verf ook smeerbaar — als een soort lubricator. En het heeft invloed op de kleur van de pigmenten. Daarom geeft hetzelfde pigment in bijvoorbeeld lijnolie toch een nét iets andere kleur dan in caseïne of Arabische gom.
VOORBEREIDING
Het greinen van je wrijfplaat en loper
Het aanwrijven van je pigmenten gaat beter als je wrijfplaat en je loper opgeruwd — gereind — zijn met carborundum (siliciumcarbide). Strikt noodzakelijk is dat niet, maar het aanwrijven van je pigmenten gaat dan veel beter, soepeler en sneller.
In het midden van m'n nieuwe wrijfplaat — die nog helemaal glimt en glad is — bevochtig ik met een pipet met water een hoopje carborundum. Met een spatel of een paletmes meng ik het tot een smeuïge massa, die ik in ronddraaiende bewegingen uitwrijf met m'n loper. Naarmate m'n wrijfplaat ruwer wordt, gaat dit wrijven steeds stroever. Daarom doe ik er — beetje bij beetje — steeds wat meer water bij. Het is geen hogere wiskunde: je voelt vanzelf wanneer er nog wat water bij moet!
Het carborundum dat op de onderkant van m'n loper zit, schraap ik er zo nu en dan af met een spatel en leg ik weer op m'n wrijfplaat. Dit hele proces kost me toch wel zo'n 15 tot 30 minuten. En flink wat calorieën, want gaandeweg wordt door het opruwen de weerstand steeds groter — en dat is precies de bedoeling!
Daarna spoel ik m'n wrijfplaat en loper schoon. Het spoelwater vang ik op in een teiltje. De slurrie laat ik bezinken en het water giet ik af of laat ik verdampen. Of ik zeef het spoelwater met het fijnste kaasdoek. Het water is schoon en kan probleemloos in de riolering. De slurrie die overblijft — carborundum en glasslijpsel — is niet giftig en kan bij het restafval.
Zoals je ziet glimt m'n wrijfplaat nu niet meer — en hij is ook niet meer glad. Ook het wrijfvlak van m'n loper is opgeruwd — gegreind — in precies dezelfde mate als m'n wrijfplaat! Door de extra weerstand die ik nu krijg bij het aanwrijven, worden het bindmiddel en het pigment beter met elkaar gemengd.
TIP! Dit greinen kun je later zo vaak als je wilt herhalen, als je vindt dat je wrijfplaat of je loper toch nog te glad zijn. Veel van de problemen die mensen ondervinden bij het aanwrijven van hun verf zijn terug te voeren tot het overslaan van deze stap!
Hou er trouwens wel rekening mee dat het mengsel van carborundum en glasslijpsel niet zo prettig is voor je huid — handschoenen zijn aan te raden. Wrijf niet in je ogen — draag eventueel een bril. En adem het slijpsel niet in — draag eventueel een masker.
Het predispergeren en aan de rot zetten van je pigmenten
TIP! Door je pigmenten eerst aan te wrijven met het geschikte verdunningsmiddel — terpentine of terpentijn(olie) voor olieverf en water voor caseïne — kun je je pigmenten desgewenst predispergeren, vóórdat je ze aanwrijft in het bindmiddel.
Je kunt je pigmenten ook — al dan niet eer dan niet gepredispergeerd — in het desbetreffende verdunningsmiddel in een gesloten pot laten staan — aan de rot zetten noemden schilders dat vroeger. Gebruik dan wel een schone, gedesinfecteerde pot, die je volkomen luchtdicht afsluit. Als je je pigmenten voor olieverf gaat gebruiken, kun je er ook een laagje olie op gieten. Als je je pigmenten voor caseïne gaat gebruiken, zou ik in dit geval gedestilleerd water nemen. Zo kun je je pigmenten zo goed als onbeperkt laten staan!
Ook dit is niet strikt noodzakelijk, maar het werkt — afhankelijk van de pigmenten die je gebruikt — vaak makkelijker.
Mijn collega Maaike — je weet wel, die de kleuren uitgezocht heeft — kon het niet laten en wilde zélf toch ook wel eens verf maken. Op de academie had ze er weliswaar een beetje theorie over meegekregen, maar praktijk? Ho maar! Dus maakte zíj zowel de olieverf als de caseïneverf en ruimde ík de boel op — nou weet ik niet of je ooit met Berlin blue gewerkt hebt....
Lees haar first hand experience!
OLIEVERF
Ik heb nog nooit eerder verf gemaakt en daarom begin ik meteen maar met Berlin blue — één van de mooiste, maar moeilijkste kleuren! Anthony was vergeten dit pigment aan de rot te zetten. Geen nood, kan gebeuren. Maar het benatten van Berlin blue is extreem moeilijk. Daarom wrijf ik het eerst met een spatel en een paletmes aan met terpentijnolie. Oppassen, het is zo licht dat het alle kanten opvliegt!
Daarna wrijf ik het op een hoopje, maak er een kuiltje in en druppel er met een pipet wat lijnolie in. De exacte verhouding is moeilijk aan te geven, maar een goede uitgangsregel voor Berlin blue is 4-5 g pigment op 10 g olie. En dat is minder olie dan het op het eerste gezicht lijkt, als je weet hoe licht dit pigment is! Ik begin met een beetje olie en meng het onder met een paletmes. Daarna wrijf ik het aan met de loper, met ronddraaiende en achtvormige bewegingen. Tussendoor schrap ik de verf zo nu en dan met een verfspatel van mijn loper en de randen van m'n wrijfplaat en leg ik alles weer netjes in het midden.
Je ontwikkelt er al snel een gevoel voor, heb ik gemerkt. Is het te stroef en korrelig? Dan wat extra olie — of terpentijnolie. Is het te vloeibaar? Dan wat extra pigment. Maar let op, begin bij Berlin blue niet met te veel olie. Je moet best wel lang wrijven met je loper, voordat de pigmentdeeltjes goed aangewreven zijn in de olie. Voordat je het weet voeg je in het begin te veel olie toe. En als die olie dan eenmaal goed ingewerkt is, krijg je opeens zo'n omslagpunt, waarop je verf te vloeibaar wordt. Je verf moet een beetje pieken, maar niet té.
Tussendoor test ik de consistentie van mijn verf op een velletje olieverfpapier. Zijn alle pigmentdeeltjes wel goed omgeven met olie? Klonteren ze niet? Is de verf te stroef? Of juist te soepel?
Daarna gooi ik er nog een flinke wrijfronde tegenaan — 10 of 15 minuten is niks. Het hele proces heeft me van begin tot eind — opruimen niet meegerekend, dat deed Anthony — toch al snel een uurtje gekost.
En het resultaat? Het mooiste blauw dat ik ooit gezien heb! En mijn blauw bovendien — jouw blauw zal weer anders zijn...
KLEURKAART
Maaike wreef niet alleen Berlin blue aan, maar ook Disazo sun yellow.
- In de linker kleurstrook zie je het blauw — boven 100% puur, onder gemengd met titaanwit.
- In de rechter kleurstrook zie je het geel — boven 100% puur, onder gemengd met titaanwit.
- In de middenste kleurstrook zie je de mengkleur — boven met meer blauw, onder met meer geel.
CASEÏNEVERF
Caseïne is het belangrijkste eiwit dat je in melk vindt. Door er een andere stof — ammoniak, borax of gebluste kalk — aan toe te voegen, krijg je één van de oudste en stabielste bindmiddelen. Dit proces noem je ontsluiten. Zie het als een soort twee-componenten lijm.
TIP! Geen enkel ander bindmiddel laat je pigmenten zó goed tot hun recht komen, met al hun karakteristieke eigenschappen.
Olieverf kende ik al wel, maar caseïneverf nog niet. Deze verf is in z'n pure vorm — je kunt er ook een wat stijvere tempera mee maken door er lijnolie aan toe te voegen — zó vloeibaar it took me totally by surprise. In het begin dacht ik dat ik iets verkeerds gedaan had, maar neen dus...intrigerend!
Ik werk hier met een porseleinen vijzel en stamper. Greinen is niet nodig, omdat de wrijfvlakken van de vijzel en de stamper van zichzelf al wat ruw zijn. Maar het staat je natuurlijk vrij ze nog wat op te ruwen.
Ik doe wat pigment — SYNUS* Scarlet in dit geval — in de vijzel en doe er wat caseïne bij. Je hebt maar weinig nodig, caseïne is één van de sterkste bindmiddelen. Daarna doe ik er met een pipet water bij. Best wel veel, maar eigenlijk kun je er niet snel te veel water bij doen. Begin met 1 deel pigment : 1 deel caseïne : 5-10 delen water. Ik ga met een puddle-techniek werken en zal er later nóg meer water bij doen!
Daarna is het een kwestie van goed wrijven met de stamper, een paar minuutjes is genoeg. Je zult zien dat er belletjes in je verf komen, maar die trekken weg. Als extra doe ik er wat houtskoolpoeder bij. Waarom? Dat lees je bij de uitleg van de kleurkaart. TIP! Dat poeder maak ik door met een staafje houtskool over schuurpapier te wrijven.
Nu nog even stevig doorroeren. En klaar — dit koste me in totaal niet meer dan 5 minuten, max!
KLEURKAART
Maaike wreef niet alleen SYNUS* Scarlet aan, maar ook Disazo sun yellow.
- In de linker kleurcirkel zie je het rood — gemengd met wat houtskoolpoeder.
- In de rechter kleurcirkel zie je het geel — gemengd met wat houtskoolpoeder.
- In de middelste kleurcirkel zie je de mengkleur — linksboven met meer rood, rechtsonder met meer geel.
TIP! Deze kleurkaart maakte Maaike met een puddle-techniek. Haar drager — een vel passe-partoutkarton in dit geval — legde ze horizontaal. Vanuit de vijzel goot ze de verf in plasjes — puddles — op het karton. Daarna druppelde ze met een pipet nog wat water in elke puddle. Het karton kantelde ze voorzichtig een beetje naar links, een beetje naar rechts, een beetje naar boven, een beetje naar beneden. Maar ze hield het wel min of meer vlak. Daarna liet ze de verf opdrogen, terwijl het karton horizontaal — waterpas zelfs — lag. De verf zonk in de poriën van het karton. En het houtskoolpoeder zorgde voor granulerings-effecten en bijzondere kleurschakeringen.
CONCLUSIE
Nou ben ik zelf al jarenlang een pigment-freak en een experimenteer-nerd. Dus was ik wel benieuwd naar de hands-on conclusie van Maaike ➽ totally loving it — I found myself a new ★★★★★ rabbit hole!
Heb jij nou naar aanleiding van deze korte DIY nog vragen? Dan kun je die natuurlijk aan de collega's in onze winkels stellen. Maar als je gebruik maakt van ons contactformulier, dan kunnen Maaike en ik je zélf antwoorden!
© 2023 — tekst: Maaike Veen, Anthony Megen & redactie Gerstaecker NL | © 2023 — beeld: Maaike Veen, Anthony Megen, afzonderlijke leveranciers & redactie Gerstaecker NL