KLEUR! Een inleiding | Deel 3 — Het mengen van kleuren

Het mengen van kleuren

Kleuren kun je op twee manieren mengen: met licht en met verf. Mengen met gekleurd licht noem je additief mengen. Dit betekent: bijeenvoegend. Hoe meer kleuren bijeen worden gevoegd, hoe lichter het resultaat. Alle kleuren samen vormen wit licht.

Mengen met verf heet subtractief mengen. Dat betekent in deze context: licht wegnemend. De gemengde kleur is altijd donkerder dan de lichtste van de kleuren waarmee we hebben gemengd.

Elke kleurgevende stof absorbeert een bepaald deel van het spectrum. Meng je twee kleuren door elkaar, dan worden verschillende delen van het spectrum geabsorbeerd. Alleen het gemeenschappelijk gereflecteerde deel blijft over.

In dit derde deel van deze BLOG-reeks gaan we kleuren mengen met verf, dus subtractief. We doen dit volgens het 3-kleuren mengsysteem en het 6-kleuren mengsysteem. Ook gaan we in op het verschijnsel van optische kleurmenging.


3-kleuren mengsysteem

Primaire kleuren

Met de drie primaire kleuren citroengeel, cyaan (blauw) en magenta (rood) kun je bijna elke gewenste kleurtoon mengen.Deze kleuren noem je primair, omdat je ze niet kunt mengen uit andere kleuren. Met de primaire kleuren kun je de basis-principes van het mengen van kleuren leren.

Om te beginnen meng je geel met blauw, blauw met rood en rood met geel. Dan krijg je respectievelijk groen, violet en oranje. Je hebt nu een 6-kleurencirkel (afb. 3.1). De verhouding waarin de kleuren met elkaar gemengd moeten worden is afhankelijk van de kleurkracht van de verf of inkt. Het is verstandig om beetje bij beetje met mengen te beginnen. Zo voorkom je verspilling!

Kleur Afb 3 1 3 2 3 3

links: afb. 3.1 — geel met blauw geeft groen, blauw met rood geeft violet en rood met geel geeft oranje: de 6-kleurencirkel | midden: afb. 3.2 — meng de kleuren die in de 6-kleurencirkel naast elkaar liggen met elkaar: de 12-kleurencirkel | rechts: afb. 3.3 — doe hetzelfde met deze kleuren: de 24-kleurencirkel

Wanneer je vervolgens de kleuren die in de 6-kleurencirkel naast elkaar liggen met elkaar mengt, dan krijg je zes nieuwe kleuren, dus twaalf kleuren in totaal (afb. 3.2).

En door hetzelfde te doen met de kleuren in deze 12-kleurencirkel, krijg je twaalf nieuwe kleuren. Dan heb je dus een 24-kleurencirkel gekregen, met diverse gelen, groenen, blauwen, enz. (afb. 3.3). Er zijn gelen met rode sporen en gelen met blauwe sporen, violetten aan de blauwe kant en violetten aan de rode kant. Door naast elkaar liggende kleuren steeds weer te mengen kun je de cirkel in principe tot in het oneindige uitbreiden. De kleurgebieden lopen in elkaar over als de kleuren van het spectrum.


Primaire kleuren met wit en zwart

Zoals je gezien hebt, kun je met de drie primaire kleuren talloze kleurtonen mengen. En met wit en zwart kun je talloze grijzen mengen. Door deze twee mogelijkheden te combineren kun je in principe bijna elke gewenste kleur mengen.

Primaire kleuren met wit, zonder zwart

Ook zonder zwart kun je elke kleur mengen die je nodig hebt om naar de werkelijkheid te schilderen. Zwarte en grijze voorwerpen hebben meer kleur dan op het eerste gezicht lijkt. Meng je de primaire kleuren in de juiste verhouding, dan krijg je een donkergrijs dat bijna zwart is. Dit komt doordat bij het mengen alleen het gemeenschappelijk gereflecteerde deel van het spectrum overblijft. Bij menging van de primaire kleuren is dat deel zeer klein. Er wordt bijna geen licht meer gereflecteerd (afb. 3.4).

Kleur Afb 3 4

afb. 3.4 — meng je de primaire kleuren in de juiste verhouding, dan krijg je een donkergrijs dat bijna zwart is

Dit donkergrijs is donker genoeg om in een schilderij de suggestie van zwart te wekken. Ook kun je dit donkergrijs, in plaats van zwart, samen met wit en een kleurtoon tot bijna elke gewenste kleur mengen.

Kleuren die in de kleurencirkel tegenover elkaar liggen noem je complementaire kleuren. Twee complementaire kleuren bevatten samen altijd de drie primaire kleuren. In de juiste verhouding gemengd krijg je hiermee ook bijna zwarte kleuren (afb. 3.5). En natuurlijk grijzen door toevoeging van wit.

Kleur Afb 3 5

afb. 3.5 — in de juiste verhouding gemengd krijg je met twee complementaire kleuren ook bijna zwarte kleuren

Oranje, groen en violet worden secundaire kleuren genoemd. Ook twee secundaire kleuren bevatten samen de drie primaire kleuren. Toch heffen ze elkaar niet volledig op, we krijgen geen zwarte kleur. In welke verhouding ze ook worden gemengd, de gemeenschappelijke primaire kleur is altijd dominant en dus kleurbepalend. Een kleur gemengd uit twee secundaire kleuren noem je een tertiaire kleur (afb. 3.6).

Drie secundaire kleuren bevatten samen weer gelijke hoeveelheden van de drie primaire kleuren zodat ook hiermee een zwarte kleur kan worden gemengd, en grijzen in combinatie met wit.

Kleur Afb 3 6

afb. 3.6 — een kleur gemengd uit twee secundaire kleuren noem je een tertiaire kleur


Beperkingen van het 3-kleuren mengsysteem

Citroengeel, cyaan en magenta zijn verzadigde kleuren. Toch heeft het 3-kleuren mengsysteem als beperking dat de verzadiging van de tussenliggende kleurgebieden sterk terug kan lopen. Dit kun je zien in deze voorbeelden (afb. 3.7). Citroengeel is een geel met blauwe sporen, cyaan is een blauw met gele sporen en magenta is een rood met blauwe sporen.

Kleur Afb 3 7

afb. 3.7 — in het 3-kleuren mengsysteem kan de verzadiging van de tussenliggende kleurgebieden sterk teruglopen

De met cyaan en magenta gemengde violetten bevatten behalve blauw en rose ook de gele sporen van het blauw. Geel en violet zijn complementaire kleuren. Gelijke delen geel en violet mengen zich tot grijs waardoor de violetten minder verzadigd zijn (afb. 3.8).

De verzadiging van de oranjes loopt sterk terug door de complementaire sporen van zowel het rose als het geel (afb. 3.9).

Alleen de groenen zijn verzadigd. De kleurtoon van citroengeel zowel als van cyaan bevat geen sporen die niet in groen thuishoren (afb. 3.10).

Kleur Afb 3 8 3 9 3 10

links: afb. 3.8 — gelijke delen geel en violet mengen zich tot grijs waardoor de violetten minder verzadigd zijn | midden: afb. 3.9 — ook de verzadiging van de oranjes loopt sterk terug door de complementaire sporen van zowel het rose als het geel | rechts: afb. 3.10 — alleen de groenen zijn verzadigd


6-kleuren mengsysteem

Om een kleurencirkel te kunnen maken met uitsluitend verzadigde kleuren, voeg je drie nieuwe kleuren toe: ultramarijn (een blauw met rode sporen), geel (met rode sporen) en vermiljoen (een rood met gele sporen). Ook oranje en violet zijn nu verzadigd (afb. 3.11).

Kleur Afb 3 11 3 12

links: afb. 3.11 — door het toevoegen van drie nieuwe kleuren krijg je een kleurencirkel met enkel verzadigde kleuren | rechts: afb. 3.12 — door de kleuren die naast elkaar liggen met elkaar te mengen kun je de cirkel weer uitbreiden

Door de kleuren die naast elkaar liggen met elkaar te mengen kun je de cirkel weer uitbreiden (afb. 3.12). Met wit, zwart of grijs kunnen helderheid en verzadiging van elke kleurtoon natuurlijk veranderd worden, net als bij het 3-kleuren mengsysteem. Het 6-kleuren mengsysteem biedt ook meer mogelijkheden om zwart te benaderen. De gelen, roden en blauwen kunnen in verschillende combinaties worden gemengd. De verhouding waarin ze gemengd worden, bepaalt de kleurtoon van het donkergrijs. Willen we een grijs zonder kleurtoon mengen, een neutraal grijs, dan luistert die verhouding zeer nauw. Het donkerste neutrale grijs wordt verkregen uit menging van alle zes kleuren. Dit grijs benadert zwart zo sterk dat je alleen in vergelijking met puur zwart het verschil kunt zien.


Optisch kleurmengen

Optisch kleurmengen houdt in dat je een gemengde kleur suggereert zónder daarvoor daadwerkelijk kleuren met elkaar te mengen. We kennen pointillistisch mengen en glacerend mengen.

Pointillistisch mengen

Pointilleren betekent: met stipjes schilderen. Om een groene kleur te krijgen meng je niet gele en blauwe verf, maar zet je in een vlak gele en blauwe stipjes door elkaar. Het vlak zal dan de indruk geven groen te zijn. Hoe kleiner de stipjes, hoe completer de menging lijkt (afb. 3.13). Ook hier geldt dat complementaire sporen de gemengde kleur onverzadigd (vuil) maken.

Kleur Afb 3 13

afb. 3.13 — pointilleren met geel en blauw

Combineer je gekleurde stippen met witte, zwarte of grijze stippen, dan worden helderheid en verzadiging op dezelfde wijze beïnvloed als bij gewone menging (afb. 3.14).

Ook zonder zwart kunnen donkere grijze kleuren door pointilleren gesuggereerd worden, al zal het resultaat nooit zo donker en onverzadigd zijn als bij volledige menging (afb. 3.15).

Kleur Afb 3 14 3 15

links: afb. 3.14 — combineer je gekleurde stippen met witte, zwarte of grijze stippen, dan beïnvloed je de helderheid en verzadiging | rechts: afb. 3.15 — ook zonder zwart kun je donkere grijze kleuren door pointilleren suggereren

In de voorgaande gepointilleerde illustraties maakt ook het wit van de drager deel uit van de optische menging. De kleuren worden hierdoor helderder en minder verzadigd. In het onderstaande voorbeeld (afb. 3.16) zijn verschillende kleuren op een egaal ingeschilderde ondergrond aangebracht waardoor een je een grotere verzadiging kunt bereiken. En in het andere voorbeeld (afb. 3.17) zijn van links naar rechts horizontale banen egaal ingeschilderd. In dezelfde volgorde zijn dezelfde kleuren hier van boven naar beneden in verticale banen overheen gepointilleerd.

Kleur Afb 3 16 3 17

links: afb. 3.16 — hier zijn verschillende kleuren op een egaal ingeschilderde ondergrond aangebracht| rechts: afb. 3.17 — hier zijn horizontale banen egaal ingeschilderd, waarna er in dezelfde volgorde met dezelfde kleuren in verticale banen overheen gepointilleerd werd


Glacerend mengen

In de schilderkunst is glaceren het aanbrengen van transparante verflagen.

Een transparant blauw aanbrengen over geel mengt optisch tot groen. Transparant rood over geel mengt optisch tot oranje. Transparant blauw over rood mengt optisch tot violet. Zet je de drie kleuren over elkaar dan heffen ze elkaar op en mengen ze optisch tot een onverzadigde grijze kleur (afb. 3.18).

Met glacerend mengen bereik je de mooiste resultaten als je steeds donkerder kleuren over elkaar heen zet. Deze techniek is trouwens met plakkaatverf niet mogelijk. Plakkaatverf is immers altijd dekkend. Voor alle andere verfsoorten geldt, dat vooral de kleuren op basis van transparante pigmenten voor deze techniek geschikt zijn.

Kleur Afb 3 18

afb. 3.18 — glacerend mengen

Kleur Talens Ecoline Amsterdam

TIP!

Wil je deze manier van kleuren mengen wel 'ns oefenen? Dat kan! Bijvoorbeeld met de ECOLINE® tekeninkt — set Primary of de AMSTERDAM Standard Series acrylverf — set Mixing. En in onze winkels vind je onder artikelnr. 48966 ook nog een speciale mengset met plakkaatverf. Allemaal van Talens, natuurlijk.


Meer weten? Lees dan ook deel 4 van deze BLOG-reeks, waarin we — in samenwerking met Royal Talens, kleurexpert sinds 1899 * — verder ingaan op het schilderen met kleuren.

En die kleuren van Talens? Die vind je hier!

* In 1899 begon Marten Talens aan zijn grote droom: het ontsluiten van de geheimen achter briljante en lichtechte kleuren. Gaandeweg leerde hij dat het selecteren en verwerken van de juiste pigmenten niet zozeer een kunst is, maar eerder een precies en uitdagend vak. Dat het Talens gelukt was om de kleurcode te kraken bleef niet onopgemerkt: in 1949 kreeg Talens het predicaat Koninklijk. En terecht!

© 2021 tekst: Royal Talens & redactie Gerstaecker NL — © 2021 beeld: Royal Talens & redactie Gerstaecker NL